Opdracht 3
Bij opdracht vier (kennen en kunnen) moeten we drie articelen uit euclides, een tijdschrift voor wiskunde docenten, samenvatten. Daarna moet beschreven worden hoe je dit articel in de les zou kunnen toepassen.
wiskunde onderwijs voor de toekomst:
Wiskundige leerprocessen zijn lange termijn leerprocessen. Deze leerprocessen zijn vaak in cyclussen opgebouwd. Dit wordt ook mathematisering genoemd. Instructie is bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs. Er zijn ook andere factoren zoals lesmateriaal, beoogde leerdoelen, organisatie en visie. Instructie kan online en mondeling aangeboden worden. De inbreng van de leerlingen kan verschillend zijn. Wanneer de leerlingen meer inbreng hebben zal de uitleg rijker en efficiënter worden. Bij grote interactie moeten de leerlingen wel genoeg inzicht hebben. Wanneer dit niet het geval is zullen de leerlingen de uitleg niet meer volgen. De uitleg kan ook weg gelaten worden. De leerlingen zullen dan zelf of on groepjes tot een oplossing moeten komen. Dit kan gunstig zijn voor de notatie, eigenwaarde van de leerlingen en zelfvertrouwen. Het is belangrijk dat je het wel goed na bespreekt met de leerlingen. Bij de nabespreking moeten de leerlingen de tijd krijgen om hun oplossing te presenteren, maar de juiste methode moet ook duidelijk worden. (Grosheide & Dackus, 2017)
In deze tijd moet de leerling ook alle informatie kunnen omzetten van het internet of andere media. Het is belangrijk dat hiermee geoefend wordt. Dit kan op een interactieve manier in de les. Er zijn veel zijn veel sites, die de sommen stap voor stap uitleggen. Dit kan leerlingen met minder inzicht heel veel helpen bij het maken van de opgaven. (Grosheide & Dackus, 2017)
In de les zou ik de sites gebruiken waarbij de opgaven stap voor stap worden uitgelegd. Op mijn stageschool gebruiken ze Bettermarks. Dit is een digitale wiskunde methode. Ook hier worden de antwoorden stap voor stap uitgelegd. De leerlingen kunnen zo zien waar ze de fout zijn ingegaan. Wanneer ze het daarna nog steeds niet begrijpen roepen ze hulp van mij of van de docent in. Daardoor krijgen wij veel minder vragen en kan je aan de leerlingen met vragen meer tijd besteden. Dit heb ik zelf als een pluspunt ervaren. Ook de leerlingen zelf de stof laten ontdekken doen we vaker op mijn stage school. De leerlingen die wiskunde gemakkelijker vinden mogen de digitale uitleg gaan bekijken en daarna aan de slag gaan met hun huiswerk. De andere leerlingen krijgen in die tijd een mondelingen uitleg. Hierdoor kan je ook weer meer tijd besteden aan de vragen van de leerlingen, want de leerlingen die het sneller begrijpen hoeven niet te wachten tot de uitleg klaar is.
wiskunde digitaal:
Op de website Polyup staan 47 wiskundige spellen. Zo is er een spel met breuken waarbij je een pizza in stukken moet snijden. Het doel van de site is om het wiskundige denken bij de leerlingen te ontwikkelen. De spellen zijn gratis na de registratie en de spelletjes zijn op verschillende niveaus. Wanneer je een spelletje heb gestart en je komt later terug, moet je overnieuw beginnen. Ook is de site in het Engels, dit kan lastig zijn voor de leerlingen. Deze site is geschrikt voor havo en vwo en bovenbouw vmbo. (Boels, 2016)
In mijn les zal ik dit programma gaan gebruiken voor de leerlingen die eerder klaar zijn met hun huiswerk. Zo zijn de leerlingen toch nog bezig met wiskunde maar wel op een leuke manier. Ik denk dat het ook de leerlingen stimuleert om hun huiswerk binnen de les af te krijgen, want dan kunnen ze daarna aan de slag met iets leuks. Ik zal Polyup niet gaan gebruiken als ondersteuning bij mijn uitleg. Daarvoor vind ik de spelletjes niet genoeg aansluiten bij de onderwerpen uit het boek.
digitaal toetsen:
Een manier om digitaal te toetsen is via DWO (digitale wiskunde omgeving). De toetsen bestaan uit 10 vragen en de toets wordt 4 keer afgenomen. De eerste keer wordt het op het niveau simpel afgenomen. Wanneer je daarvan minimaal 80% goed hebt ga je een niveau hoger. Er zijn drie niveaus, wanneer de leerling in een keer de eerste twee niveaus haalt kan hij twee keer het moeilijkste niveau proberen. Wanneer de leerlingen de toets heeft gemaakt kijkt DWO het na. De resultaten zijn dan in excel te zien. Er zijn veel didactische voordelen. Zo kunnen de leerlingen na de toets gelijk zien wat ze fout hebben gedaan. voor de volgende toets kunnen ze werken aan die onderwerpen. Ook is het voor de leraar makkelijk om de zwakke leerlingen uit de klas te vissen. Naast de voordelen zijn er ook nadelen. Zo kost het behoorlijk wat tijd om de toets te maken en wanneer het internet het niet doet, kan je niets meer. De leerlingen vinden dit een prettig systeem, alle leerlingen halen gemiddeld een hogere score. (Buijs & Pahla & Zwaneveld, 2017)
Ik zal dit op mijn huidige stage school niet gaan gebruiken. Dit komt omdat je op Bettermarks ook digitaal kan toetsen. Wanneer ik op een andere school stage loop of werk, zal ik zeker in overweging nemen om dit te gebruiken. Ik denk dat de leerlingen veel leren deze manier van toetsen. Ik verwacht dat vooral de leerlingen met een onvoldoende extra hard hun best gaan doen, om er een voldoende van te maken. Voor de leerlingen die wiskunde makkelijk vinden, is dit een methode om ze uit te dagen. Ik vind het systeem dat je meerdere niveaus hebt heel goed. Wanneer de school waar ik werk verwacht dat de leerlingen schriftelijke toetsen maken, zal ik het gebruiken als methode om te kijken hoe de leerlingen ervoor staan. Ook kunnen de leerlingen dan zelf kijken welke onderwerpen ze nog moeten oefenen voor de toets. Ik zal dit dan niet verplichten, maar wel aanraden aan de leerlingen. Ik verwacht dat het een goede oefenmethode is als voorbereiding van de toets.
linkjes naar articellen:
https://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/091_2015-16_07.pdfhttps://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/091_2015-16_07.pdf
https://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/092_2016-17_03.pdfhttps://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/092_2016-17_03.pdf
https://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/092_2016-17_03.pdfhttps://archief.vakbladeuclides.nl/bestanden/092_2016-17_03.pdf